Woordenlijst
Geofysica: Verkenning van het binnenste van de aarde door fysieke eigenschappen te meten aan of vlak bij het aardoppervlak, in combinatie met wiskundige modellen om de structuur en het gedrag van de aarde te begrijpen en voorspellen.
Geofysische prospectie: Methode gericht op het opsporen en nader onderzoeken van archeologische resten en/of aardkundige fenomenen door middel van geofysische meettechnieken, waarbij structuren in de bodem gevisualiseerd worden.
Georefereren: Het proces van het (correct) plaatsen van een digitaal beeld of kaart t.o.v. een geodetisch of geografisch coordinatensysteem.
Gewasmarkering: Gewas- of vegetatieverkleuringen die het resultaat zijn van verschillen in de gezondheid van gewas of natuurlijke vegetatie, in kleur en/of hoogte. Deze groeiverschillen worden veroorzaakt door de aanwezigheid van objecten of sporen in de ondiepe ondergrond die de vochthuishouding of samenstelling van de bodem beïnvloeden.
Global Navigation Satellite System (GNSS): Een systeem van satellieten dat autonome positioneringsgegevens levert met wereldwijde dekking om de locatie van een ontvanger overal op aarde te bepalen. Een voorbeeld van een GNSS is GPS.
Global Positioning System (GPS): Een van de Global Navigation Satellite Systems (GNSS). Hiermee is het mogelijk om de locatie van satellietnavigatieapparaten vast te stellen.
Global shutter: Type beeldsensor waarbij alle pixels tegelijkertijd licht opvangen wanneer een foto wordt genomen. Dit verschilt van een rolling shutter, waarbij de pixels één voor één worden belicht. De global shutter voorkomt vervormingen bij snel bewegende objecten of tijdens het vastleggen van snelle bewegingen, omdat het gehele beeld in één keer wordt vastgelegd.
Golflengte: De fysieke afstand tussen opeenvolgende golftoppen van de golfvorm van elektromagnetische straling. Hogere frequenties hebben kortere golflengten en lagere frequenties hebben langere golflengten.
Gradiometers/Vector Magnetometers: Meten derichting van het aardmagnetisch veld en zijn bestand tegen interferentie door moderne metaalhoudende objecten of structuren. Geschikt voor het in kaart brengen van archeologische sporen wereldwijd. In Nederland kan de gevoeligheid echter tekortschieten door het geringe contrast tussen bodem en archeologie. Vaak gemotoriseerd inzetbaar voor efficiënte surveys van grote gebieden.
Grondradar (GPR): Ook wel georadar of ground-penetrating radar genoemd. Geofysische sensortechniek die gebruikmaakt van radarstralen om ondergrondse structuren en objecten te detecteren. De radarstralen worden in de bodem gestuurd en het gereflecteerde signaal wordt gebruikt om een beeld van de ondergrond te creëren.
Grondspoor: Verandering in de kleur of samenstelling van de bodem die het gevolg is van antropogene activiteiten of natuurlijke processen in het verleden.